Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [60]Dan zult gij u verlustigen in den HEERE, en [61]Ik zal u doen rijden op de hoogten der aarde, en [62]Ik zal u spijzigen met de erve van uw vader Jakob; want de mond des HEEREN heeft [het] gesproken. 60. Dat is, dan zult gij zijne goedertierenheid en zegen genieten. 61. Dat is, Ik zal u hoog verheffen en eren, gelijk Deut.32:13. Zie de aantekening aldaar. Anderen nemen het aldus: Gij zult alles wat u zou mogen in den weg liggen en u aan uw welstand schadelijk zijn, overwinnen. 62. Of, Ik zal u te eten geven de erfenis van uw vader Jakob; dat is, gij zult wonen in het land, dat Ik uwen vader Jakob gegeven heb, waar gij spijs en drank in overvloed hebben zult. --------------------